De komst van nieuwkomers op de arbeidsmarkt roept vaak vragen op over de mogelijke verdringing van bestaande werknemers. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) hebben gezamenlijk onderzoek verricht naar deze kwestie. In hun rapport “Verdringing op de arbeidsmarkt, beschrijving en beleving” werpen ze licht op de feiten en percepties rondom verdringing. De bevindingen bieden nuance in een debat dat vaak emotioneel geladen is.

Verdringing door migranten: een genuanceerd beeld
Een veelgehoord argument tegen de toelating van nieuwkomers op de arbeidsmarkt is dat zij banen zouden afnemen van de bestaande beroepsbevolking. Volgens het CPB-onderzoek zijn hier echter weinig aanwijzingen voor. Uit internationale studies blijkt dat immigratie doorgaans slechts een beperkt effect heeft op de werkgelegenheid en lonen van ingezetenen. Dit geldt ook voor de Nederlandse situatie. Migranten vullen vaak vacatures in sectoren waar tekorten zijn, zoals de landbouw, logistiek en zorg, en dragen zo bij aan het opvangen van arbeidsmarktkrapte.
In specifieke gevallen kan er concurrentie zijn, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Toch laten de cijfers zien dat deze effecten niet significant zijn. Een belangrijke nuance is dat migranten en lokale werknemers vaak in verschillende segmenten van de arbeidsmarkt actief zijn, wat verdringing verder beperkt.

Andere vormen van vermeende verdringing
Het rapport onderzoekt ook andere terreinen waar mogelijk sprake is van verdringing, zoals leeftijd, opleiding en activerend arbeidsmarktbeleid.

    1. Leeftijdsgroepen
      Er zijn geen sterke aanwijzingen dat jongeren en ouderen elkaar verdringen op de arbeidsmarkt. Integendeel, beide groepen beschikken over unieke vaardigheden en vullen elkaar vaak aan. Oudere werknemers brengen ervaring mee, terwijl jongeren nieuwe kennis en technologieën inbrengen.
    2. Opleidingsniveaus
      Evenmin is er bewijs dat hoogopgeleiden, die onder hun niveau werken, laagopgeleiden verdringen. De vraag naar hoogopgeleide arbeidskrachten blijft sterk toenemen, wat de kans op verdringing verkleint. Het CPB stelt dat een goed functionerende arbeidsmarkt juist kan profiteren van de complementariteit tussen verschillende opleidingsniveaus.
    3. Activerend arbeidsmarktbeleid
      Activeringsmaatregelen, zoals re-integratieprogramma’s, kunnen tijdelijk leiden tot een verhoogd aanbod van werkzoekenden, wat in tijden van economische laagconjunctuur tot concurrentie kan leiden. Op de lange termijn draagt dit beleid echter bij aan een meer inclusieve arbeidsmarkt.

Het verschil tussen perceptie en realiteit
Hoewel de cijfers weinig bewijs voor grootschalige verdringing tonen, ervaren sommige groepen toch concurrentie op de arbeidsmarkt. Vooral mensen in lagere inkomensgroepen voelen zich vaak bedreigd door nieuwkomers. Deze perceptie is belangrijk, omdat zij de publieke opinie en politieke besluitvorming kan beïnvloeden. Het gevoel van onzekerheid kan voortkomen uit structurele uitdagingen, zoals het vinden van stabiel werk in sectoren waar de marges klein zijn en de arbeidsomstandigheden zwaar.
Het rapport benadrukt dat deze percepties serieus genomen moeten worden. Beleidsmakers kunnen hierop inspelen door bijvoorbeeld beter uit te leggen hoe migranten de arbeidsmarkt aanvullen en door initiatieven te ontwikkelen die lokale werknemers ondersteunen.

Lessen uit het buitenland
Het CPB-onderzoek sluit aan bij internationale bevindingen. In landen zoals Duitsland en Zweden hebben studies aangetoond dat immigratie vaak een positieve of neutrale invloed heeft op de arbeidsmarkt, mits nieuwkomers goed worden geïntegreerd. Flexibele arbeidsmarkten en investeringen in taaltrainingen en bijscholing spelen hierin een cruciale rol.
Een recent onderzoek van econoom Pascal Michaillat wijst erop dat de impact van immigratie afhankelijk is van de economische context. Tijdens economische recessies kan immigratie tijdelijk leiden tot een lichte stijging van de werkloosheid, terwijl in tijden van groei de positieve effecten overheersen.

Wat betekent dit voor Nederland?
De resultaten van het CPB-onderzoek tonen aan dat de Nederlandse arbeidsmarkt veerkrachtig is. Hoewel individuele gevallen van verdringing voorkomen, blijven de negatieve effecten op de economie als geheel beperkt. Het is daarom belangrijk om migratie niet te zien als een bedreiging, maar als een kans om tekorten op de arbeidsmarkt aan te pakken.
Daarnaast vraagt het onderzoek om aandacht voor de gevoelens van onzekerheid bij bepaalde groepen werknemers. Beleidsmaatregelen zouden zich niet alleen moeten richten op het wegnemen van barrières voor nieuwkomers, maar ook op het versterken van de positie van bestaande werknemers. Dit kan bijvoorbeeld door scholing en het verbeteren van arbeidsomstandigheden.

Conclusie
Het idee dat nieuwkomers massaal banen afpakken van bestaande werknemers wordt niet ondersteund door de feiten. Toch is er werk aan de winkel om misverstanden en onzekerheden weg te nemen. Een arbeidsmarkt waarin iedereen gelijke kansen heeft, vereist een combinatie van integratiebeleid voor migranten en ondersteuning voor kwetsbare groepen. Alleen zo kan Nederland een inclusieve en dynamische economie blijven, waar zowel nieuwkomers als gevestigde werknemers baat bij hebben.

bron: https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-SCP-Boek-31-Verdringing-op-de-arbeidsmarkt.pdf