Het kabinet heeft het voornemen aangekondigd om wat zij noemen ‘het strengste asielbeleid ooit’ in te voeren. Dit klinkt daadkrachtig, maar achter deze woorden schuilt een beleid dat niet alleen mensonterend is, maar ook schadelijk voor het land als geheel. Hoe kan een land, dat trots is op zijn waarden van rechtvaardigheid en medemenselijkheid, zich op deze manier van zijn verantwoordelijkheid onttrekken?

Een beleid van uitsluiting

Het voorgestelde regime richt zich op het minimaliseren van de instroom van asielzoekers, onder andere door strengere toelatingseisen en minder voorzieningen voor hen die wél worden toegelaten. Maar wat betekent dit concreet? Het betekent langere wachttijden, overvolle opvanglocaties en een groeiend aantal mensen dat in juridische onzekerheid verkeert. Mensen die hun leven hebben gewaagd om hier veiligheid te zoeken, worden niet verwelkomd, maar ontmoedigd. Het beleid draait om uitsluiting, niet om integratie.

En het effect reikt verder dan de asielzoekers zelf. Gemeenschappen die al worstelen met armoede en sociale problemen krijgen nu extra lasten zonder dat daar voldoende middelen tegenover staan. Lokale overheden en vrijwilligersorganisaties draaien overuren om de gaten in het systeem te vullen. Dit is niet houdbaar.

De economische prijs

Het ironische is dat het beleid niet alleen inhumaan is, maar ook economisch onverstandig. Nederland kampt met structurele personeelstekorten, met name in sectoren zoals de zorg, techniek en landbouw. Juist asielzoekers en andere nieuwkomers kunnen hierin een cruciale rol spelen. Ze brengen diversiteit, nieuwe vaardigheden en vaak een enorme wil om bij te dragen aan de samenleving.

In plaats van hen te zien als een last, zouden we moeten investeren in hun potentieel. Denk aan taaltrainingen, opleidingsprogramma’s en begeleiding naar werk. Dit is geen liefdadigheid, maar een slimme investering in de toekomst van Nederland. Het huidige beleid gaat hier lijnrecht tegenin en gooit daarmee kansen overboord.

Het morele kompas kwijt

Dan is er nog de morele dimensie. Hoe kunnen we rechtvaardigheid claimen als kernwaarde van onze samenleving, terwijl we mensen in de kou laten staan? Hoe geloofwaardig zijn we als we andere landen oproepen om vluchtelingen op te nemen, maar zelf onze deuren dichtdoen?

Dit beleid ontkent de complexiteit van de wereldwijde vluchtelingenproblematiek. Mensen vluchten niet lichtvaardig. Ze laten hun huizen, families en gemeenschappen achter vanwege oorlog, vervolging of extreme armoede. Door hen af te schilderen als een probleem dat opgelost moet worden, ontkennen we hun menselijkheid.

De prijs voor sociale cohesie

Een streng asielbeleid polariseert. Het voedt een sfeer van wantrouwen en verdeeldheid in de samenleving. In plaats van begrip en solidariteit te stimuleren, zet het groepen tegen elkaar op. Terwijl we juist in tijden van verandering en onzekerheid behoefte hebben aan samenhang en vertrouwen, kiest dit beleid voor een pad dat leidt tot verdere fragmentatie.

Bovendien ontneemt het ons de kans om te laten zien waar we als samenleving voor staan. Nederland heeft een geschiedenis van tolerantie en samenwerking, van het bouwen van bruggen tussen culturen. Dit beleid doet afbreuk aan dat erfgoed.

Een sociaal en rechtvaardig alternatief

Het kan anders. We kunnen een beleid voeren dat zowel recht doet aan de zorgen van burgers als aan de rechten van asielzoekers. Dit begint met het erkennen van de menselijkheid van vluchtelingen en het investeren in hun integratie. Door te zorgen voor goede opvang, snelle procedures en begeleiding naar werk, maken we hen onderdeel van de samenleving in plaats van een buitenstaander.

Tegelijkertijd is transparantie belangrijk. Mensen willen weten hoe asielbeleid werkt en wat de gevolgen zijn. Heldere communicatie en eerlijke cijfers kunnen veel wantrouwen wegnemen. Tot slot moeten we het lef hebben om naar lange termijnoplossingen te kijken, zoals internationale samenwerking en het aanpakken van de oorzaken van migratie.

Conclusie

Het strengste asielbeleid ooit is geen oplossing, maar een symptoom van een politiek die wegkijkt van haar verantwoordelijkheid. Het is een beleid dat niet alleen mensen in nood schaadt, maar ook onze samenleving als geheel. Er is een alternatief mogelijk: een beleid dat rechtvaardig, sociaal en toekomstgericht is. Dat vraagt moed en visie, maar het is de enige weg vooruit.